Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting Lisse 2021
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting Lisse 2021
In deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van:
- a.
- b.
- c.
-
1.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen als bedoeld in artikel 2 onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie het voorwerp of de voorwerpen als bedoeld in artikel 2 onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
-
2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen als bedoeld in artikel 2 onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen als bedoeld in artikel 2 onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
-
a.
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
- b.
- c.
Artikel 5 Belastingtarief en heffingsmaatstaf
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
-
5.
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In het geval het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan bestaat aanspraak op ontheffing.
-
1.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar-overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
- 2.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
- 1.
- 2.
-
3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven.
-
4.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven.
De “Verordening precariobelasting Lisse 2020” van 19 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lisse in zijn openbare vergadering van 17 december 2020.
mevrouw drs. M.G.J. Veeger
griffier
mevrouw A.W.M. Spruit
voorzitter
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PRECARIOBELASTING LISSE 2021